Het uitrekken en verlengen van filamenten in de Niet-geweven spinmeltmachine worden bereikt via een proces dat tekenen wordt genoemd. Trekken is een cruciale stap in het extrusieproces en omvat het strekken van de gesmolten polymeerfilamenten om de gewenste dikte, denier (vezelgrootte) en oriëntatie te bereiken. Zo werkt het tekenproces:

Extrusie van gesmolten polymeer:
Het proces begint met de extrusie van gesmolten polymeer door spindoppen, dit zijn metalen platen met kleine gaatjes of mondstukken.
Spindopontwerp:
Het ontwerp van de spindop speelt een cruciale rol bij het bepalen van de eigenschappen van de filamenten. Spindoppen kunnen verschillende gatvormen, -groottes en -opstellingen hebben.
Het ontwerp van de spindop beïnvloedt de structuur van de geëxtrudeerde filamenten, inclusief hun vorm, oriëntatie en opstelling in dwarsdoorsnede.
Tekening in de luchtspleet:
Na extrusie door de spindoppen komen de filamenten in een gebied dat de 'luchtspleet' wordt genoemd. In deze zone worden de filamenten blootgesteld aan de omgevingslucht en vindt er trek plaats.
De snelheid van de transportband of trommel en de extrusiesnelheid dragen bij aan het trekproces. Het verschil in snelheid tussen de extrusiesnelheid en de transportsnelheid veroorzaakt uitrekking en verlenging van de filamenten.
Afkoeling en stolling:
Terwijl de filamenten worden getrokken, ondergaan ze een snelle afkoeling, wat essentieel is voor het stollen van de structuur en het bepalen van de eigenschappen van de filamenten.
Het koelproces helpt de uitgerekte en langwerpige vorm van de filamenten te behouden, waardoor wordt voorkomen dat ze terugkeren naar hun oorspronkelijke staat.
Oriëntatie en uitlijning:
Trekken verlengt niet alleen de filamenten, maar verleent ook oriëntatie aan de polymeermoleculen binnen de filamenten. Deze oriëntatie draagt bij aan de sterkte en andere mechanische eigenschappen van het resulterende niet-geweven materiaal.
De mate van oriëntatie kan worden geregeld door de tekenvoorwaarden en parameters aan te passen.
Verzamelen op transportband of trommel:
De getrokken en gestolde filamenten worden in een willekeurige of georiënteerde opstelling op een bewegende transportband of trommel gelegd, afhankelijk van de specifieke vereisten van het niet-geweven materiaal.
Verlijmen en afwerken:
De gelegde filamenten worden aan elkaar gehecht met behulp van methoden zoals thermische binding, chemische binding of mechanische binding om een samenhangend niet-geweven materiaal te creëren.
Er kunnen aanvullende koel- en afwerkingsstappen op het gebonden weefsel worden toegepast om de uiteindelijk gewenste eigenschappen te bereiken.
Door het tekenproces zorgvuldig te controleren, kunnen fabrikanten de gewenste dikte-, denier- en sterkte-eigenschappen bereiken in de niet-geweven stof geproduceerd door de Spunmelt Machine. Het tekenproces is een cruciale stap bij het afstemmen van de eigenschappen van het eindproduct op specifieke toepassingsvereisten.