Het lijmen is een cruciale stap bij de productie van non-woven stoffen, omdat het het losse vezelweb stabiliseert en het cohesie en sterkte geeft. Er zijn verschillende methoden voor het verlijmen van non-woven stoffen, elk met zijn voordelen en geschiktheid voor specifieke toepassingen. Hier volgen veelgebruikte methoden voor het verlijmen van niet-geweven stoffen in een productielijn voor niet-geweven stoffen:

Thermische binding:
Proces: Thermische binding omvat het gebruik van warmte en druk om de vezels te smelten en samen te smelten. Bij dit proces gaat het niet-geweven materiaal door verwarmde rollen of platen, die druk en warmte uitoefenen om de vezels te binden. De warmtegevoelige vezels in het web smelten en vormen verbindingen wanneer ze tegen elkaar worden gedrukt.
Toepassingen: Thermische binding wordt veel gebruikt bij de productie van Niet-geweven stoffen voor hygiëneproducten, zoals luiers en maandverbanden, maar ook voor sommige industriële toepassingen.
Chemische binding:
Proces: Chemische binding is afhankelijk van het aanbrengen van chemische bindmiddelen of lijmen op het niet-geweven web. De bindmiddelen fungeren als lijm die de vezels bij elkaar houdt wanneer ze drogen. Na het aanbrengen kan de stof een oven of een droogproces ondergaan om het bindmiddel uit te harden.
Toepassingen: Chemische binding wordt gebruikt in toepassingen zoals medisch textiel, geotextiel en sommige filtratiematerialen.
Naaldponsen:
Proces: Naaldponsen is een mechanische hechtingsmethode waarbij de niet-geweven stof door een bed van naalden met weerhaken wordt gevoerd. De naalden verstrengelen en verweven de vezels mechanisch terwijl ze door het web gaan. Dit proces zorgt voor een sterke en duurzame verbinding.
Toepassingen: Naaldgeponste non-wovens worden vaak gebruikt in auto-interieurs, viltstoffen, tapijten en sommige industriële toepassingen.
Hydroverstrengeling (spunlacing):
Proces: Hydroentanglement, ook bekend als spunlacing, maakt gebruik van hogedrukwaterstralen om de vezels in het niet-geweven web te verstrengelen en te binden. De waterstralen zorgen voor mechanische verstrengeling, wat resulteert in een stof met een goede integriteit.
Toepassingen: Spunlaced non-wovens worden onder andere gebruikt in medische doekjes, industriële doekjes en schoonmaakdoekjes.
Ultrasone binding:
Proces: Ultrasone binding omvat het gebruik van ultrasone trillingen om plaatselijke verwarming te creëren op de punten waar vezels moeten worden verbonden. De door de trillingen gegenereerde warmte zorgt ervoor dat de vezels samensmelten.
Toepassingen: Ultrasone binding wordt vaak gebruikt bij de productie van medische gezichtsmaskers, beschermende wegwerpkleding en sommige filtratiemedia.
Zelfklevende verbinding:
Proces: Bij lijmverbindingen worden lijmstoffen aangebracht om de vezels te verbinden. Deze lijmen kunnen op verschillende manieren worden aangebracht, zoals spuit-, poeder- of rolcoating.
Toepassingen: Lijmverbindingen worden gebruikt in diverse non-woven toepassingen, waaronder auto-onderdelen en bouwmaterialen.
Kalanderen:
Proces: Bij het kalanderen wordt de niet-geweven stof door verwarmde rollen geleid die de stof samendrukken. De hitte en druk die tijdens het kalanderen worden uitgeoefend, creëren verbindingen tussen de vezels, wat resulteert in een gladdere en dichtere stof.
Toepassingen: Kalanderen wordt vaak gebruikt om de gladheid van het oppervlak en de uniformiteit van de dikte te verbeteren Niet-geweven stoffen gebruikt bij print- en lamineertoepassingen.